Veiligheid
Het fietsen in een groep heeft voordelen; het werkt disciplinerend, je gaat vaker fietsen ook op mindere dagen, het is gezelliger, en je fietst harder en traint meer. Aan de andere kant brengt het fietsen in groepen uitdagingen met zich mee.Om sportief en veilig te kunnen fietsen, gelden onderstaande afspraken in samenhang met de betreffende artikelen uit het Huishoudelijk Reglement van Toerclub Boxmeer:
Artikel 7 - Valhelm
Artikel 12 - Fiets en onderhoud
Artikel 14 - Verkeersregels
Artikel 15 - Wegkapitein
Rijden in de groep
Om de veiligheid te waarborgen, gelden onderstaande afspraken:
- We rijden als groep, in rijen van twee fietsers naast elkaar, met een maximum van circa 14 rijders per groep.
- Op smalle paden, of in het geval de veiligheid dat vraagt, moet de groep ritsen en rijdt men dus achter elkaar. Dat geldt zeker voor de Maasbrug van Oeffelt.
- De rijders op kop bepalen de rijrichting. Als een afslag wordt gemist, zorgen de rijders op kop voor een oplossing. Ga nooit direct remmen en wijk niet zomaar af van je lijn.
- Bij het inhalen van andere fietsers is het voor deze medeweggebruikers fijn om te weten wanneer de gehele groep gepasseerd is. Degene die aan de staart van de groep rijdt kan dit aangeven door te zeggen dat hij de laatste is.
- Inhalen gebeurt altijd links – afzakken gaat altijd via de rechterkant. Evt. met een gebaar (met je linkerhand van achter naar voren wapperen als teken van ‘ga er maar langs’) aangeven dat je gaat afzakken en dat iemand de kop moet overnemen.
Niveauverschillen
Een verschil in leeftijd, gewicht, conditie en talent dragen bij aan een verschil tussen de fietsers. Toerclub Boxmeer lost dit als volgt op:
- We rijden in verschillende senleheidsgroepen (zie pagina “Fietsgroepen”).
- Op kop rijden - Er zijn altijd een paar sterke fietsers die graag kopwerk willen doen. Zo kunnen zij hun energie kwijt en kunnen anderen in de slipstream mee. Voel je niet schuldig. Neem die ‘bus’, ga in de groep rijden, durf het ‘achterwiel te pakken’ van je voorganger (kies iemand die je vertrouwt en stabiel fietst).
- Als je nieuw bent, rij dan het liefst op de 2e of 3e rij; ga zeker niet achterin hangen. Na elke bocht rekt de groep namelijk wat uit elkaar en met name achterin moet je dan flink bijtrappen om de groep bij te houden. Achteraan de groep rijden vaak de ervarene leden of wegkapiteins, die de groep in de gaten houden.
- “Samen uit, samen thuis” - de groep blijft bij elkaar en past de snelheid aan zodat iedereen mee kan. We roepen ‘wachten’ of ‘rustig’ als iemand achterblijft. Laat je echter wel helpen: blijf niet achterin hangen maar accepteer hulp van een sterkere fietser die je komt ‘ophalen’; ga mee in z’n slipstream.
- Trainen - Zeker als je nieuw bent kan er een niveauverschil zijn tussen jou en andere fietsers. Neem een paar weken tot maanden om aan te sterken; ga zo vaak mogelijk trainen; fiets midden in de groep en doe geen kopwerk. Voor nieuwe leden kunnen we enkele oefenavonden houden aan het begin van het fietsseizoen als daar belangstelling voor is.
Waarschuwingssignalen
Stelregel is dat gebaren de voorkeur hebben, maar de situatie kan zodanig zijn dat er ook geroepen moet worden. Gebruik hierbij het gezond verstand. Hieronder een opsomming van gebaren, daarna volgen de kreten. De informatie MOET worden doorgegeven .
Gebaren:
- Stop - Hand recht omhoog met open hand of gebalde vuist.
- Binnen - Rechterhand achterwaarts houden, ev. met hand wapperen voor effect.
- Tegen - Linkerhand achterwaarts houden, ev. met hand wapperen voor effect.
- Slecht wegdek - Met linker of rechterhand naar beneden wijzen, voor bv gaten, hobbels, grind, zand, enz.
- Lek! - Als er iemand lekt rijdt, dan wordt er hard LEK geroepen. Als er niet goed gereageerd wordt dan fietst er iemand naar voren om iedereen te laten stoppen. Men dient ervoor te zorgen dat er altijd min. 2 mensen mee helpen met het verwisselen van de band.
- Paaltje! - Aankondigen van een hindernis in de weg. Op de weg kunnen aan alle kanten paaltjes staan: links, midden, rechts. Geef evt. met gebaren aan waar het paaltje staat.
- Glas! - Geef met een gebaar aan waar het glas ligt. Mochten we te laat zijn, knijp niet alsnog in de remmen en wijk ook niet plotseling af van je lijn. We kunnen beter een paar banden vervangen dan dat de hele groep onderuit gaat.
- Grind! - Aankondigen door koprijders dat de groep een weg met grind nadert of wanneer er grind in de bocht ligt. De snelheid wordt aangepast.
- Tegen! - Een tegenligger aankondigen.
- Binnen! - Gaan we fietsers en of lopers inhalen of een stilstaande auto moet gepasseerd worden, dan roepen we ‘binnen’ zodat we kunnen uitwijken. Bovendien kunnen de mensen die we inhalen ons dan horen. Een bel laten horen kan ook.
- Ritsen! - Als de weg smal wordt of er komt een smal fietspad.
- Rustig! - Als er achterin gaten vallen en het tempo voorin is te hoog. Natuurlijk kan dit gedeeltelijk voorkomen worden als de voorrijders af en toe achterom kijken.
- Stop! - Als er echt gestopt moet worden, bv bij een verkeerslicht of bij het naderen van een drukke weg en natuurlijk bij een pechgeval. Zie ook Stop! onder gebaren.
- Vrij! - Als er een weg wordt overgestoken en er geen kruisend verkeer is.
- Achter! - De laatste rijders roepen naar voren dat de groep zal worden ingehaald door een andere weggebruiker. Het is belangrijk dat de informatie snel naar voren wordt doorgegeven.
- (Einde) fietspad! - Aankondigen dat van de weg een fietspad oprijden of juist wanneer het fietspad ophoudt en we de weg oprijden.
- Compleet! - Informatie doorgegeven vanaf de laatste rijders naar de koprijders dat de groep weer compleet is.